Ego

- ga naar artikel op LinkedIn -


 
Zo af en toe gebruiken we het wel eens, het woord ego. Wat kan je er eigenlijk over zeggen?


Als je zegt dat iemand een 'ego' heeft, dan wordt in het alledaagse leven bedoeld dat die persoon zichzelf wel erg goed vindt. Of dit nou klopt of niet, zeker in ons land wordt het onbescheiden over jezelf praten niet zo gewaardeerd. Maar als je kijkt naar de meer letterlijke betekenis van het woord 'ik', waar heb je het dan over.

Ik

Als we worden geboren, dan hebben we al een 'ik'. Het is een ik, die wordt gedreven door simpele dingen zoals eten, drinken, aanraking en slapen. Het ik van een boreling werkt eigenlijk heel simpel: ik wil wat ik wil wanneer ik het wil. Een pasgeborene kent geen redelijkheid en is vooral uit op een toestand waarin hij of zij geen spanning ervaart. En als de baby niet onmiddellijk krijgt wat hij wil, dan wordt dat direct geuit door middel van boosheid, drift, verdriet of andere signalen. Sigmund Freud noemde dit het 'Es', ook wel aangeduid als het 'zijn'.

Ik

Door zijn omgeving wordt de nieuwgeborene geleerd om zich aan te passen aan de omstandigheden en (al op heel jonge leeftijd) te voldoen aan de verwachting van anderen. Hiermee leert het kind om zich niet direct over te geven aan zijn behoeften. Het leert om zijn behoeften uit te stellen en om zijn driften te beheersen. Naast het al aanwezige 'Es' ontstaat een tweede soort 'ik', namelijk een beeld van jezelf hoe je voldoet aan het beeld van anderen. Zeker bij jonge kinderen is dit een belangrijk beeld. Zij willen graag voldoen aan het beeld, dat de ouders van hen hebben. Ook hier had Freud een naam voor, namelijk, het 'Ich', ofwel het 'Ik', of 'Ego': welk beeld heb ik dat anderen van mij (willen) hebben.

Ik

Hiermee zijn we er nog niet. Op het moment dat het besef begint te ontstaan, dat het 'Es' iets anders wil dan het 'Ich' (of andersom) ontstaat er een interne strijd, wat het begin is van een derde 'ik'. Deze derde ik is vooral bezig met de vraag hoe je de 'Es' en de 'Ich' kan combineren. Hoe kan ik zoveel mogelijk mezelf zijn of blijven in een wereld waarin de omgeving van alles en nog wat van mij verwacht. Ik ga hier voor het gemak maar even voorbij aan de discussie wat 'jezelf zijn' dan eigenlijk precies is.

Freud duidde deze 'ik' aan als het "Über-ich" ofwel het 'Super-ego'. De benaming 'geweten' wordt hier ook wel eens voor gebruikt. De puberteit is bij uitstek de periode, waarin dit traject in alle hevigheid losbarst. Maar dat wil niet zeggen dat aan het einde van de puberteit dit traject ook is afgerond.

Ik versus ik

Hoe verder het 'Es' en het 'Ich' uit elkaar liggen, hoe meer werk het 'Über-ich" te verzetten heeft. Het kan ertoe leiden, dat mensen het gevoel hebben niet zichzelf te zijn, hetgeen in dit licht gezien heel verklaarbaar is. Zolang je niet een modus hebt gevonden, waarin jouw 'Es' voldoende uit de verf komt, zal het verlangen naar een evenwicht tussen 'Es' en 'Ich' je parten blijven spelen. En omdat de invloed van de omgeving tijdens je opvoeding enorm groot is en daarmee het verlangen om aan de wensen van de omgeving tegemoet te komen zo overweldigend, dat het 'Es' soms daaraan ondergeschikt wordt gemaakt.

Wat kan je hiermee

Sta eens een keer stil bij jezelf. Wat wil ik eigenlijk. Wat doe ik eigenlijk. En de grote vraag: voor wat of wie doe ik dat eigenlijk. Ben ik daar tevreden mee? Praat er eens over. En als het antwoord nee is, denk er dan eens over na of coaching jou zou kunnen helpen.

Interessant?

Als dit artikel je iets over jezelf heeft geleerd, als je een vraag hebt of als er een ander onderwerp is, waar je meer over wilt weten, laat dan een bericht achter in het commentaarveld op LinkedIn.

(Foto Credits Foter)